(gebaseerd op publicaties in Gazeta Wyborcza, o.a. Ewa Iwanowa)
Het Hooggerechtshof heeft op 2 augustus voor deze optie gekozen in een bij zijn Arbeidskamer aanhangig gemaakte zaak van drie van zijn raadsheren naar aanleiding van het negatieve advies van de Landelijke Raad voor de Rechtspraak (KRS) aan President Duda met betrekking tot de wens van dit drietal met pensioen gestuurde raadsheren om nog tot hun 70ste levensjaar het raadsheerschap voort te zetten. De KRS had dit negatieve advies niet beargumenteerd en was ook niet bereid om, zoals de raadsheren hadden gevraagd, de zaak, vóór doorzending naar de President, ter toetsing voor te leggen aan een gerecht. Volstaan was met de mededeling ‘dat voortzetting van hun ambt niet overeenstemt met het belang van de rechtspleging of met andere maatschappelijke belangen’. Zelf is de KRS geen rechterlijke instantie, zodat, aldus het drietal, ter zake van dit onwettige ontslag hun in feite iedere toegang tot een rechter werd ontzegd.
In reactie op deze afwijzingen door de KRS hebben de betrokken raadsheren de zaak voorgelegd aan de Kamer voor Arbeidszaken van het Hooggerechtshof. Deze Kamer bestaat uit zeven raadsheren, van wie er twee de leeftijd van 65 jaar zijn gepasseerd. Gezien de recente Poolse wetgeving over de vervroeging van de pensioenleeftijd van raadsheren van het Hooggerechtshof, besloot zij, dat voordat zij tot een inhoudelijke beoordeling van de zaak kon overgaan, allereerst tegen de achtergrond van Europees recht aan het Europese Hof vijf prealabele vragen moesten worden gesteld betreffende de bevoegdheid van het Hooggerechtshof om de onderhavige zaak in behandeling te nemen.
De aan het Europese Hof voorgelegde vragen betreffen o.a. de gedwongen vervroegde pensionering van rechters; de toelaatbaarheid van deze leeftijdsverlaging tegen de achtergrond van het beginsel van hun onafzetbaarheid; het feit dat de mogelijkheid om aan te blijven afhankelijk is van een beslissing van de uitvoerende macht (t.w. de President); en de uitleg van de Europese regels betreffende het verbod van discriminatie op grond van leeftijd. Tevens besloot deze Kamer om, in afwachting van het antwoord van het Hof in Luxemburg, de toepassing van belangrijke onderdelen van de recente Poolse wetgeving betreffende de vervroegde pensionering van raadsheren op te schorten, niet alleen in deze zaak, maar ook in de gevallen van andere raadsheren in dezelfde situatie. Dit met name om te voorkomen dat er in de tussentijd een situatie kan ontstaan waarin uitvoering van deze wetgeving ertoe leidt dat in de onderhavige zaak en soortgelijke zaken de eventueel toepasselijke Europese regeling zou worden gefrustreerd. Dit betreft dus alle rechters van 65 jaar en ouder. Continue reading Berichten van ‘onze correspondent’ over de situatie van de rechterlijke macht in Polen: Pools Hooggerechtshof stelt vijf prejudiciële vragen aan het Europese Hof van Justitie en schort de werking van recente wetgeving op