De laatste zittingsdag van Murat Arslan

Een rechtbank die weinig tot niets zei, geen enkele vraag stelde en alle verzoeken afwees. Een herhaling van het ritueel, dat we ook de voorgaande zittingen hebben gezien. De verdachte en zijn vier advocaten kregen alle ruimte, maar er werd niets mee gedaan. Een eindbeslissing zonder dat de verdediging haar pleidooi heeft gehouden. Dit is het verslag van de laatste zittingsdag in de rechtszaak tegen de Turkse rechter Murat Arslan.

Op 18 januari jl werd de negende zitting in de zaak tegen Murat Arslan gehouden. Arslan, 44 jaar, is na de coup van juli 2016 ontslagen als rechter en sinds oktober 2016 gedetineerd. Hij was voorzitter van Yarsav, een van de Turkse rechtersverenigingen, en winnaar van de Vaclav Havel prijs 2017. Hoofdpunt op de agenda van deze zittingsdag: de pleidooien van de verdediging. Er is belangstelling van familie, onder meer de vrouw van Arslan, vrienden en collegae, een vertegenwoordiger van de NL-ambassade, een rechter uit Noorwegen en ondergetekende als waarnemer voor Rechters voor rechters.

Voor de verandering begint de zitting 10 minuten te vroeg. Om kwart voor 10 wordt Arslan door 4 gendarmes de zittingszaal binnen geleid en vijf minuten later komen de officier van justitie en de drie rechters en start de behandeling. Het beeld is inmiddels vertrouwd: Arslan met links, rechts en achter hem een gendarme. De vierde gendarme staat terzijde en loopt van tijd tot tijd spiedend rond. De rechters en de officier, gezeten achter een soort halfronde balie, torenen zo’n twee meter hoog uit boven de rest, advocaten, publiek en verdachte. De gezichten van de rechters en de officier van justitie gaan het grootste deel van de tijd schuil achter grote computerschermen. Het bronzen hoofd van Atatürk hangt nog steeds achter boven de voorzitter.

De officier van justitie heeft zijn requisitoir al tijdens de zitting in september gehouden en deelt mee daarbij te blijven: naar zijn mening is bewezen dat Arslan lid was van een terroristische organisatie. Het ook ten laste gelegde leiderschap van die organisatie achtte hij niet bewezen.

Öykü Didem Aydın, de leidster van het uit vier advocaten bestaande verdedigingsteam toont haar 216 pagina’s tellende pleitnota. Voordat zij die voordraagt vraagt zij echter nog nader aandacht voor een essentieel door de officier van justitie gebruikt bewijsmiddel, het zogeheten Bylock-rapport. Zij heeft bij eerdere zittingen al meermalen om contra-expertise gevraagd, maar dit werd steeds afgewezen. Daarom heeft zij deze keer zelf een expert meegenomen. Zij verzoekt deze te horen. Volgens artikel 178 van het Turkse wetboek van strafvordering is dat verplicht. De rechtbank trekt zich terug in raadkamer. Twee minuten later zijn de rechters terug: zij wijzen het verzoek af. ‘Er is al voldoende bewijs verzameld’, aldus de voorzitter.

Daarop krijgt Arslan de gelegenheid zijn standpunt over zijn zaak te geven. Arslan houdt een gloedvol, soms adembenemend betoog. Hij wijst op de politieke context van de zaak: de AKP heeft zich gekeerd tegen Fetö (Fethullahçı Terör Örgütü of wel de zogenoemde terreurorganisatie van Fethullah Gülen), tot december 2013 de ‘beste vriend’ van diezelfde AKP. Sinds de coup zijn rechtspraak en democratie uitgehold. Arslan somt voorbeelden op (niet-naleving uitspraken EHRM-uitspraken, arrestatie van Amnesty-functionarissen, journalisten enz. Rechtspraak die noch onpartijdig noch onafhankelijk is kan burgers geen vrijheid garanderen:

‘ik besef dat ik spreek tot dove oren en lege muren. Uw beslissing zal niet meer zijn dan een stuk recycable papier. Uw intimidatie zal mij niet tot zwijgen brengen. Ik ben liever de gijzelaar van het fascisme dan een rechter onder het fascisme. Tenlastelegging en requisitoir zijn onrechtmatig. Geen van de rechters die hier mijn zaak gaan beoordelen heeft alle zittingen bijgewoond. En de officier van justitie hier is de derde op de zaak’

Arslan somt zijn activiteiten binnen Yarsav op en voert aan dat geen van die activiteiten strafbaar waren:

‘jullie hebben mij daarover geen enkele vraag gesteld, jullie zijn niet geïnteresseerd in de waarheid. Het ‘bewijs’ berust op verklaringen van horen zeggen, anonieme getuigen die we niet behoorlijk hebben kunnen ondervragen en getuigen die na een mij belastende verklaring uit hun detentie zijn ontslagen. Wij hebben om verder onderzoek gevraagd, het werd stelselmatig geweigerd. U bent niet in de waarheid geïnteresseerd. U zult mij hoe dan ook veroordelen en bent slechts op zoek naar hetgeen dat ondersteunt.

Hij wijst erop dat het Bylock-bewijs pas later is geproduceerd en net in de periode dat hij de Vaclav Havel prijs ontving. Arslan gaat uitvoerig in op inconsistenties in het Bylock-rapport. Hij sluit aldus af:

‘aan u de keus tussen waarheid, waardigheid en eer enerzijds en de tijdelijke macht van fascisme en tirannie anderzijds. Er komt een dag dat de rule of law hersteld wordt. De rechters-uitvoerders van onrecht zullen ter verantwoording geroepen worden. Mijn woorden vormen geen pleidooi tot u gericht, maar zijn voor degenen die dan oordelen. Ik vecht voor democratie en rule of law. De hele wereld kan zien wat hier gebeurt. Wij blijven ons verzetten zonder te buigen en met hoop: dit fascistisch systeem zal uiteindelijk vallen. De toekomst is aan ons!

Öykü Didem Aydın herhaalt vervolgens haar verzoek de meegenomen expert te horen en voert gemotiveerd aan dat weigering schending van het recht op een eerlijk proces betekent. Ook vraagt zij bepaalde getuigen opnieuw te horen, omdat de rechters de betrokken getuigenissen niet zelf hebben waarnemen. De officier van justitie vordert verwerping, volgens hem is het verzoek te kwader trouw en berust het op vertragingstactiek. Na kort raadkameroverleg verwerpt de rechtbank het verzoek overeenkomstig de vordering en motivering van de officier van justitie.

Vervolgens werpt Öykü Didem Aydın een wrakingsverzoek op. Zij wijst erop dat redelijke en op de wet gebaseerde verzoeken om bewijs bij te brengen stelselmatig, zonder behoorlijke motivering en in strijd met de wet worden afgewezen, dat de rechters geen van allen de verklaringen van de getuigen zelf hebben kunnen waarnemen en dat de voorzitter vandaag voor het eerst op de zaak zit en de vierde in die functie is. Uit deze en andere omstandigheden moet worden afgeleid dat de rechtbank niet onpartijdig/onafhankelijk is en dat zij Arslan geen eerlijk proces waarborgt. ‘Je kunt ons moeilijk vertragingstactiek verwijten, wij zijn steeds duidelijk geweest over onze bewijswensen.’ Öykü Didem Aydın vertelt het verhaal van de alleen zichzelf liefhebbende Narcissus en van Echo die alleen anderen nog kan napraten. Volgens Aydın is Erdoğan Narcissus en de rechtbank Echo. Er komt een dag dat Echo weer van Narcissus zal worden gescheiden en dat de rechtspraak weer wordt teruggebracht naar Themis, aldus Öykü Didem Aydın.

De officier vordert de afwijzing van het wrakingsverzoek. Na kort raadkameroverleg vraagt de rechtbank eerst – zij kreeg net mijn introductiebrief afkomstig van de voorzitster van Rechters voor rechters overhandigd – wie hier bedoeld is en ik sta even op.

Vervolgens verwerpt de rechtbank het wrakingsverzoek. Ook dit verzoek is volgens de rechtbank te kwader trouw gedaan en berust op vertragingstactiek.

Dan verzoekt Öykü Didem Aydın het wrakingsverzoek naar de 26e kamer te verwijzen. (Ik begrijp dat een wrakingsverzoek in Turkije inderdaad eerst door de zittende kamer wordt behandeld en bij handhaving naar een andere kamer moet worden verwezen.) Wij willen de verdediging niet verder voeren alvorens de 26e kamer op het verzoek heeft beslist.

De officier van justitie vordert dat dit verzoek – ‘als berustend op de wet’ – wordt gehonoreerd. De voorzitter deelt vervolgens – zonder dat de rechtbank zich in raadkamer heeft teruggetrokken – mee dat het verzoek geen reden vormt de behandeling te schorsen en dat het verzoek wordt afgewezen.

Öykü Didem Aydın herhaalt het verzoek, maar de voorzitter antwoordt dat de beslissing al gegeven is.

Öykü Didem Aydın verklaart dat dit betekent dat de advocaten hier voor niets aanwezig zijn: ‘we kunnen net zo goed naast de internationaal waarnemers op de publieke tribune gaan zitten.’ De andere drie advocaten delen successievelijk plechtig mee dat zij zich eveneens terugtrekken. Arslan merkt op: ‘ik trek mij ook terug’. Iedereen lacht, behalve de rechters. De advocaten nemen vervolgens plaats op de publieke tribune. De pleitnota blijft gesloten.

Arslan zit nu zonder verdediging. Hij verzoekt de rechtbank om nieuwe advocaten. De officier van justitie vordert toewijzing van het verzoek, wederom omdat het volgens hem op de wet berust. De voorzitter wijst het verzoek – zonder dat de rechtbank zich in raadkamer terug trekt – andermaal als vertragingstactiek af.

De rechtbank deelt mee zich terug te trekken voor het eindoordeel. Zonder pleidooi. Na 10 minuten keert de rechtbank terug en spreekt de beslissing uit: acht jaar gevangenisstraf wegens deelneming aan een terroristische organisatie, te verhogen met vier jaar wegens de positie die Arslan als voorzitter innam binnen Yarsav en te verminderen met twee jaar wegens goed gedrag, per saldo derhalve tien jaar gevangenisstraf. Meer dan 30 seconden heeft de rechtbank hier niet voor nodig. De publieke tribune uit zich in een cynisch applaus. De zaal wordt schielijk ontruimd.

Conclusie: een rechtbank die weinig tot niets zei, geen enkele vraag stelde en alle verzoeken afwees. Een herhaling van het ritueel, dat we ook de voorgaande zittingen hebben gezien. De verdachte en zijn vier advocaten kregen alle ruimte, maar er werd niets mee gedaan. Wat heb je dan aan die ruimte? Een eindbeslissing zonder dat de verdediging haar pleidooi heeft gehouden.

Wij, de waarnemers, waren voorbereid op een dergelijke gang van zaken, maar hoopten toch op beter, met name het doen van behoorlijk onderzoek. Op de gang hebben wij verslagen en aangedaan nagepraat met de advocaten en met de – krachtig blijvende – vrouw van Arslan.

’s Avonds hebben wij op het kantoor van Öykü Didem Aydın verder nagepraat. Arslan heeft inmiddels hoger beroep ingesteld. Te verwachten valt hij zijn zaak – uiteindelijk – aan het EHRM of de HR-committee van de VN zal voorleggen. Rechters voor rechters zal daarin ook een rol kunnen spelen, bijvoorbeeld als amicus curiae. Öykü Didem Aydın blijft erop vertrouwen dat de politieke situatie in Turkije ten goede zal keren en democratie en rule of law hersteld zullen worden.

Ten slotte: je kunt je afvragen wat internationaal waarnemers eigenlijk doen bij zo’n zitting. Geven zij niet ook legitimatie aan de vertoning? In de eerste plaats door verslag uit te brengen. Zoals Arslan zei: ‘de hele wereld kan zien wat hier gebeurt.’ Dan hoeven we voor legitimatie niet bang te zijn. Dat betekent dat wij ons sterk moeten maken voor dat ‘aan de wereld laten zien’. Daarnaast moet de rechter ter plaatse weten dat wordt toegekeken. En zij wisten het. Ook al heeft het geen effect, het houdt de dilemma’s op tafel en bevordert de vrije discussie. Ten slotte is er de solidariteit met collegae, zowel met het oog op de betrokken personen en hun familie als met het oog op het belang van onafhankelijke en onpartijdige rechtspraak, van de rule of law. Het is bewonderingswaardig te zien dat – voor doorzetten zo belangrijke – hoop en vertrouwen stand houden. Steun aan die hoop en dat vertrouwen, ook internationale steun, helpt daarbij. Dat zeggen de betrokkenen, je kunt het ook zien.

 

Peter Ingelse